Welke maatregelen kan de jeugdrechter opleggen tijdens een onderzoek?

In dit artikel ontdek je welke maatregelen de jeugdrechter kan opleggen tijdens een onderzoek naar een jongere. Leer meer over de verschillende mogelijkheden en hoe deze kunnen bijdragen aan het welzijn van de jeugdige betrokkenen.

Geschreven door Janou Riemis

Laatste keer bijgewerkt op July 11th, 2024

Wanneer een minderjarige verdacht wordt van het plegen van een jeugddelict (als misdrijf omschreven feit), zal het openbaar ministerie een onderzoek naar de feiten voeren. Als de procureur meent dat daarbij de tussenkomst van de jeugdrechter nodig is, stelt hij daartoe een vordering op. Er is dan sprake van een gerechtelijke vervolging. De voorbereidende rechtspleging (het onderzoek) duurt maximaal 9 maanden, maar hierop bestaan enkele uitzonderingen.

 

 

Verschillende maatregelen


Tijdens dit onderzoek kan de jeugdrechter enkele maatregelen opleggen:

  1. het positief project: de minderjarige zal moeten deelnemen aan een activiteit of een taak moeten uitvoeren. Het is de bedoeling dat de minderjarige zelf een voorstel doet over de invulling van dit project. De maximale duurtijd bedraagt 60 uur.
  2. een ambulante maatregel: als er sprake is van een problematiek (verslaving, psychische kwetsbaarheid…) waarvoor behandeling nodig is, kan hiervoor een gepaste ambulante begeleiding worden opgelegd.
  3. voorwaarden: de jeugdrechter kan aan de minderjarige een aantal voorwaarden opleggen die deze zal moeten naleven tijdens het onderzoek (bv. uitvoeren van gemeenschapsdienst, volgen van een leerproject, huisarrest, contactverbod…)
  4. plaatsing in een forensische kinder- en jeugdpsychiatrische afdeling (For-K): indien er sprake is van een psychische problematiek, kan er worden besloten tot een residentiële plaatsing in een psychiatrische afdeling, mits de noodzaak blijkt uit een verslag van een psychiater. Een ambulante maatregel volstaat dan niet.
  5. gesloten oriëntatie in een gemeenschapsinstelling (GI): de minderjarige kan ook geplaatst worden in een GI. De eerste stap die doorlopen moet worden, is de oriëntatiefase (maximaal 1 maand) waarbij een risicotaxatie en eventueel een oriëntatievoorstel wordt uitgewerkt.
  6. gesloten begeleiding: indien uit de oriëntatiefase van de GI blijkt dat er nood is aan een voortgezette plaatsing, zal de jeugdrechter een gesloten begeleiding opleggen (maximaal 3 maanden, verlengbaar).

 

Criteria


Of er een maatregel opgelegd wordt en welke deze dan is, wordt dus soeverein door de jeugdrechter bepaald. De rechter dient daarbij het dossier te toetsen aan 6 criteria:

  1. de ernst van de feiten
  2. de persoonlijkheid en maturiteit van de minderjarige
  3. het gevaar voor recidive
  4. de veiligheid van de maatschappij
  5. de leefomgeving van de minderjarige
  6. de veiligheid van de minderjarige

De jeugdrechter zal steeds, voor het nemen van de beslissing, de minderjarige persoonlijk horen. Hierbij moet de minderjarige worden bijgestaan door een advocaat.

 

Nog Vragen of bijstand nodig?
Contacteer een van onze jeugdadvocaten. 
Contacteer ons vrijblijvend.
+32 (0)14 73 27 08
info@crimilex.be