Minderjarigen (dit betekent jonger dan 18 jaar) begeven zich, net zoals meerderjarigen, bijna dagelijks in het verkeer. Het is dan ook niet uitgesloten dat zij daarbij een verkeersovertreding kunnen begaan.
Over het algemeen worden minderjarigen juridisch niet op dezelfde wijze beoordeeld als meerderjarigen: er bestaat immers een wettelijk vermoeden dat minderjarigen niet ten volle beseffen dat hun handelen strafbaar is (ze zijn doorgaans strafrechtelijk schuldonbekwaam).
Met betrekking tot het verkeer geldt echter nog een ander systeem: minderjarigen kunnen vanaf de leeftijd van 16 jaar vervolgd worden voor verkeersinbreuken, als het ware alsof ze meerderjarig zijn.
Bij verkeersovertredingen is de leeftijd van de minderjarige overtreder het startpunt om na te gaan welk openbaar ministerie en welke rechtbank bevoegd is, alsook welke gevolgen er gegeven kunnen worden aan de overtreding.
Minderjarigen jonger dan 16 jaar
Als een minderjarige jonger dan 16 jaar een verkeersovertreding begaat, zal het jeugdparket beslissen over het gevolg daarvan. Voor ernstige overtredingen kan een minderjarige gedagvaard worden voor de jeugdrechtbank, die eventueel een opvoedingsmaatregel kan opleggen.
Minderjarigen vanaf de leeftijd van 16 jaar
Voor een verkeersinbreuk (opgesomd in artikel 5 Jeugddelinquentiedecreet) van een minderjarige tussen de leeftijd van 16 en 18 jaar begaat, is het politieparket bevoegd. Dit parket zal een opsporingsonderzoek voeren en na afloop hiervan een beslissing nemen over het verdere vervolg.
Tijdens het opsporingsonderzoek kan het parket onder meer de volgende maatregelen ten aanzien van de minderjarige bevelen:
-
onmiddellijke intrekking van het rijbewijs: bv. een rijbewijscategorie AM (bromfiets klasse A), een voorlopig rijbewijscategorie B (personenwagen)…
-
inbeslagname: bv. van een onverzekerd motorvoertuig, een opgedreven bromfiets …
-
immobilisatie
-
aanstelling van een deskundige: bv. een wetsarts, verkeersdeskundige …
Het politieparket kan na het onderzoek beslissen om de verkeersovertreding zelf af te handelen (bv. via een minnelijke schikking, een bemiddeling…) of kan de minderjarige dagvaarden voor de politierechtbank. Die kan dan straffen opleggen (bv. een werkstraf, een geldboete, een verval van het recht tot sturen …), maar ook veiligheidsmaatregelen (bv. herstelexamens …).
Het is dus duidelijk dat ook een minderjarige verregaande gevolgen kan ervaren na het begaan van een verkeersovertreding. De minderjarige zal daarom steeds bijgestaan worden door een jeugdadvocaat opdat zijn rechten gewaarborgd blijven.