Hoge boetes voor wie onterecht parkeert op een plaats voor mensen met een beperking

Geschreven door Bart Vosters

Laatste keer bijgewerkt op February 29th, 2024

Voor mensen met een beperking of voor gelijkgestelde groepen worden heel wat voorbehouden parkeerplaatsen voorzien. Ze zijn duidelijk gemarkeerd. Toch is het voor velen blijkbaar verleidelijk om zonder toelating (geldige parkeerkaart) deze plaatsen in te nemen, vooral wanneer in de buurt geen vrije parkeerplaatsen beschikbaar zijn. Op dergelijk onrechtmatig parkeren staan hoge boetes.

 

 

Wie heeft recht op een parkeerkaart?


  Er zijn heel wat mensen die een speciale parkeerkaart kunnen aanvragen:

  • mensen die zich moeilijk of niet zonder hulp verplaatsen. 
  • mensen met een kind dat zich moeilijk of niet zonder hulp kan verplaatsen.
  • mensen die onvoldoende zelfredzaam zijn. Dit wil zeggen dat je minstens 50 procent invalide bent aan je benen of volledig verlamd bent aan beide armen. 
  • mensen die een specifiek hulpmiddel voor hun mobiliteit hebben aangekocht, zoals een speciale rolstoel. Bijkomende voorwaarde is wel dat de aankoop gebeurde met toestemming van je ziekenfonds of de Vlaamse Sociale Bescherming. 
  • mensen die oorlogsinvalide zijn met een invaliditeit van 50 procent of meer.

 

De kaart is persoonlijk


Deze kaart is gelinkt aan de persoon en niet aan de wagen. In de praktijk wil dat zeggen dat de kaart enkel gebruikt mag worden als de houder van de kaart zelf met de wagen rijdt of als passagier in de wagen wordt vervoerd. Met andere woorden: een dergelijke kaart mag niet gebruikt worden als de houder ervan niet zelf aanwezig is. De controle van het correcte gebruik van de kaart kan gebeuren door zowel agenten als parkeerwachters. Beiden kunnen via een speciale applicatie een databank raadplegen waarin alle uitgereikte en nog geldige kaarten geregistreerd staan.

 

Sancties


Wie parkeert op een voorbehouden parkeerplaats voor mensen met een beperking of wie onterecht misbruik maakt van een uitgereikte parkeerkaart begaat een overtreding van de tweede graad. 

Hiervoor kan een onmiddellijke inning van 110 EUR worden opgelegd of een minnelijke schikking van 160 EUR. Wie niet betaalt, riskeert gedagvaard te worden voor de politierechtbank, waar dan een boete tussen 110 en 1.375 EUR opgelegd kan worden. In vele gemeenten en steden laat men de betrokken voertuigen ook verwijderen, zodat ook de takelkosten door de overtreder betaald zullen moeten worden.

Voor wie binnen het jaar opnieuw in de fout gaat, zal de mogelijke boete verdubbeld worden en er kan bovendien een rijverbod van 8 dagen tot 5 jaar opgelegd worden.

Daarnaast kan bij misbruik de kaart ingehouden worden door een agent. Deze zal de kaart terugsturen naar de bevoegde dienst, waarna beslist kan worden dat de overtreder de eerste zes maanden na de vaststelling van de overtreding geen nieuwe kaart zal krijgen. 
 

Nog vragen of bijstand nodig?
Al onze advocaten zijn gespecialiseerd in het strafrecht. 
Contacteer ons vrijblijvend.
+32 (0)14 73 27 08
info@crimilex.be