Op 19 februari 2016 verscheen Potpourri II-wet van 5 februari 2016 in het Belgisch Staatsblad. Deze wet introduceerde een hele reeks wijzigingen en nieuwigheden in het strafrechtprocesrecht, waaronder de procedure van voorafgaande erkenning van schuld (“VES-procedure”). De procedure werd opgenomen in artikel 216 van het wetboek van strafvordering.
Concreet houdt de VES-procedure in dat het openbaar ministerie met een bekennende verdachte of beklaagde een overeenkomst kan sluiten over de bestraffing van de gepleegde feiten. Vervolgens controleert de strafrechter de rechtmatigheid van de overeenkomst, de proportionaliteit van de bestraffing en of de verdachte vrijwillig tot een schuldbekentenis is gekomen. Als de rechter meent dat aan alle voorwaarden werd voldaan, zal hij de overeenkomst goedkeuren ('bekrachtigen').
Doelstelling
Door de invoering van de VES-procedure ontstaat een vorm van consensuele justitie, waarbij op grond van overeenstemming tussen het openbaar ministerie en de verdachte/beklaagde een “klassieke” strafprocedure vermeden wordt. Zo tracht men de klassieke strafprocedure en haar actoren te ontlasten en de rechtsbedeling efficiënter en meer performant te maken.
Niet voor alle misdrijven
De VES-procedure kan enkel worden toegepast voor dossiers waarin het openbaar ministerie een hoofdstraf zou vorderen van minder dan vijf jaar correctionele gevangenisstraf. Men vertrekt dus niet vanuit de wettelijke straf die verbonden is aan het misdrijf, maar wel vanuit de concrete straf die het openbaar ministerie zou vorderen. Dit gegeven maakt het evenwel moeilijk om te anticiperen op een mogelijke toepassing van de VES-procedure; een verdachte en/of diens raadsman kunnen op voorhand immers moeilijk weten welke concrete straf het openbaar ministerie zal vorderen
Ook is de VES-procedure uitgesloten voor:
- misdaden die strafbaar zijn met een maximumstraf van meer dan twintig jaar opsluiting, als ze niet in wanbedrijven werden omgezet (met andere woorden: gecorrectionaliseerd werden);
- de misdrijven bedoeld in artikelen 417/11 tot 417/22 Sw. (niet-consensuele seksuele handelingen en verkrachting);
- de misdrijven bedoeld in artikelen 417/25 tot 417/41, 417/44 tot 417/47, 417/52 en 417/54 Sw., wanneer deze gepleegd werden op of met behulp van minderjarigen (seksuele uitbuiting van minderjarigen);
- de misdrijven bedoeld in artikelen 393 tot 397 Sw. (doodslag en moord).
Initiatief
Zowel het openbaar ministerie als de verdachte/beklaagde of zijn advocaat kunnen de toepassing van de VES-procedure voorstellen. Het komt echter uitsluitend toe aan het openbaar ministerie om de procedure daadwerkelijk toe te passen in de praktijk.
De VES-procedure kan in iedere stand van een opsporingsonderzoek voorgesteld worden.
Als een onderzoeksrechter een gerechtelijk onderzoek voert, kan het openbaar ministerie de VES-procedure pas voorstellen nadat de raadkamer of de kamer van inbeschuldigingstelling heeft besloten over de verwijzing naar de vonnisrechter.
Nadat de zaak is verwezen naar de politierechtbank of correctionele rechtbank, kan het openbaar ministerie alsnog een VES-procedure voorstellen totdat er in eerste aanleg een eindvonnis volgt. De procedure kan niet gestart worden in graad van beroep.
Rol van het slachtoffer
Nadat de overeenkomst werd ondertekend, krijgen de gekende slachtoffers de mogelijkheid om zowel het strafdossier als de gesloten overeenkomst in te kijken.
Slachtoffers worden dus niet actief betrokken bij de totstandkoming van de overeenkomst. Zij worden wel op de hoogte gebracht van de dag en het uur van de zitting waarop de strafrechter de overeenkomst zal beoordelen. De slachtoffers hebben dan de mogelijkheid om zich op deze zitting burgerlijke partij te stellen met het oog op vergoeding van de geleden schade.
Gevolgen
Het openbaar ministerie kan in de overeenkomst een lagere straf voorstellen “dan dewelke zij zouden vorderen” als het dossier via de klassieke strafrechtelijke procedure zou afgehandeld worden. De procureur kan eveneens gunstmaatregelen zoals een (probatie-)uitstel of (probatie-)opschorting voorstellen.
De voorgestelde straffen mogen echter niet onevenredig lager zijn dan de straf die de procureur bij een klassieke afhandeling voor de correctionele rechtbank zou vorderen. Op deze manier moet worden vermeden dat de verdachte/beklaagde onder druk wordt gezet om (alsnog) schuld te bekennen.
Vertrouwelijke procedure
De VES-procedure is een vertrouwelijke procedure. Zolang de strafrechter de overeenkomst niet heeft goedgekeurd of wanneer deze werd afgewezen, mogen de documenten en schuldbekentenissen in geen enkele andere (strafrechtelijke) procedure gebruikt worden. Dit verbod geldt zowel voor het openbaar ministerie als voor de slachtoffers die inzage hebben gekregen in het strafdossier en de overeenkomst.