Soms krijgen we de vraag om te kijken of een zaak toch niet kan heropend worden hoewel de zaak reeds (lang) is afgelopen en de uitspraak reeds definitief is. In principe kunnen definitief beslechte zaken inderdaad worden heropend voor herziening, hoewel het een moeizame procedure blijft.
Bij wet van 11 juli 2018 werd de herzieningsprocedure aangepast en werd beslist tot de installatie van een Commissie voor herziening in strafzaken. De aangepaste herzieningsprocedure zal uiterlijk op 1 maart 2019 in werking treden.
art. 443 e.v. van het Wetboek van Strafvordering
Artikel 443 Sv. regelt de herziening in strafzaken. Het dient gezegd dat ook de nieuwe regeling vrij strikt is.
Veroordelingen tot politiestraffen zijn uitgesloten, zelfs als de veroordeling achteraf volstrekt verkeerd blijkt te zijn. Alleen veroordelingen in criminele of correctionele zaken zijn vatbaar voor herziening. Een effectief opgelegde straf is echter niet verplicht. Alle vormen van veroordelingen komen in aanmerking.
De procedure
De procedure is herzien. De rol van het Hof van Cassatie, bij wie een verzoek tot herziening moet worden ingediend, is beperkt. Het Hof verwijst alleen maar de zaak bij herziening door naar een hof van beroep of een hof van assisen.
De nieuwe versie van 445 van het Wetboek van Strafvordering voorziet nu dat het Hof van Cassatie, wanneer het gaat om herzieningen gesteund op een nieuw feit, zelf onderzoekt of er aanwijzingen zijn dat er mogelijk sprake is van een grond tot herziening. Als het van oordeel is dat dit het geval is, wordt de zaak voorgelegd aan de Commissie voor herziening in strafzaken. Deze Commissie is samengesteld zijn uit een rechter of raadsheer, een parketmagistraat, twee advocaten en een expert. De taak van de Commissie is het opstellen van een advies voor het Hof van Cassatie. De Commissie kan overgaan tot het horen van personen die bij het onderzoek in de zaak betrokken waren en van deskundigen. De Commissie kan ook een deskundige inschakelen.
Het advies van de Commissie is niet bindend. Als het Hof tot herziening beslist, dan wordt de zaak verwezen naar een hof van beroep of een hof van assisen dat er vroeger geen kennis van genomen had.
Drie gronden tot herziening
- Wanneer onverenigbaarheid bestaat tussen veroordelingen die wegens eenzelfde feit bij onderscheidene arresten of vonnissen tegen verschillende beschuldigden of beklaagden al dan niet op tegenspraak zijn uitgesproken, en het bewijs van de onschuld van een van de veroordeelden uit de tegenstrijdigheid van de beslissingen volgt.
- Wanneer een getuige die op de terechtzitting gehoord is in een geding door het hof van assisen op tegenspraak behandeld, of die, hetzij op de terechtzitting, hetzij in de loop van het vooronderzoek, gehoord is in een geding behandeld door een andere rechter of door een hof van assisen uitspraak doende bij verstek, naderhand een in kracht van gewijsde gegane veroordeling heeft ondergaan wegens vals getuigenis tegen de veroordeelde.
- Wanneer er sprake is van een gegeven dat bij het onderzoek op de terechtzitting aan de rechter niet bekend was en waarvan de veroordeelde het bestaan niet heeft kunnen aantonen ten tijde van het geding en dat, op zichzelf of in verband met de vroeger geleverde bewijzen, met de uitspraak niet bestaanbaar schijnt, zodanig dat het ernstige vermoeden ontstaat dat indien dit gegeven bekend zou zijn geweest, het onderzoek van de zaak zou hebben geleid, hetzij tot een vrijspraak van de veroordeelde, hetzij tot het verval van de strafvordering, hetzij tot het ontslag van rechtsvervolging, hetzij tot de toepassing van een minder strenge strafwet.
Nieuwe feiten
Om een "nieuw feit" te definiëren worden nog steeds strenge normen gehanteerd. Niet elke rechtelijke vergissing wordt aangenomen. Een vergissing van een deskundige of een rechter wordt niet aanzien als een nieuw feit.
Wat wel wordt aanvaard zijn:
- Verklaringen van getuigen die nooit werden gehoord, maar na de veroordeling een verklaring afleggen waaruit het bewijs zou kunnen volgen van een alibi.
- De ontdekking van de echte dader.
- Nieuwe stukken die men tijdens het strafproces niet heeft kunnen terugvinden.