Wanneer de politierechter iemand schuldig verklaart aan een overtreding, kan hij een gevangenisstraf, een werkstraf en/of een geldboete opleggen. Naast deze hoofdstraffen kan de politierechter ook bijkomende straffen opleggen. In sommige gevallen is dit zelfs verplicht.
Verval van het recht tot sturen
De politierechter kan een verval van het recht tot sturen uitspreken in volgende gevallen:
- indien iemand zich in het verkeer begeeft onder invloed van verdovende middelen
- indien iemand een verkeersongeval veroorzaakt met doden of gewonden
- indien een veroordeling wordt uitgesproken voor een overtreding van de tweede of derde graad, dit zijn overtredingen die de veiligheid van personen rechtstreeks of onrechtstreeks in gevaar brengen, overtredingen die bestaan uit het negeren van een bevel van een bevoegd persoon en overtredingen die het onrechtmatig gebruik van parkeerfaciliteiten voor personen met een handicap betreffen of gedragingen inzake de inschrijving van het voertuig waardoor men zich aan vervolging kan onttrekken
- indien de toegelaten snelheid wordt overschreden met 21-30 km/u in een bebouwde kom, zone 30, schoolomgeving, erf of woonerf en in alle andere gevallen met 31-40 km/u
- indien iemand binnen de drie jaar voorafgaand aan de overtreding reeds driemaal werd veroordeeld
- indien iemand geen houder is van het vereiste rijbewijs
- indien iemand vluchtmisdrijf heeft gepleegd
De politierechtbank is verplicht het verval van het recht tot sturen uit te spreken in volgende gevallen:
- indien de toegelaten snelheid wordt overschreden met meer dan 30 km/u in een bebouwde kom, zone 30, schoolomgeving, erf of woonerf en in alle andere gevallen met meer dan 40 km/u
Het verval van het recht tot sturen bedraagt in de meeste gevallen minstens acht dagen en hoogstens vijf jaar. De uitvoering ervan kan beperkt worden tot het weekend en feestdagen. In geval van herhaling is de rechter verplicht om het verval van het recht tot sturen voor minstens drie maanden op te leggen en in geval van een nieuwe herhaling voor minstens zes maanden.
Examens en onderzoeken
In sommige gevallen kan of moet de rechter het herstel van het recht tot sturen afhankelijk maken van het slagen voor een of meer van volgende examens en onderzoeken:
- een theoretisch examen
- een praktisch examen
- een geneeskundig onderzoek
- een psychologisch onderzoek
Wanneer iemand die minder dan twee jaar over het rijbewijs B beschikt een overtreding begaat waarvoor een verval van het recht tot sturen kan worden uitgesproken, is de politierechter verplicht het verval uit te spreken en het herstel van het recht tot sturen minstens afhankelijk te maken van het slagen voor het theoretisch of praktisch examen.
Verbeurdverklaring
De verbeurdverklaring van een voertuig kan worden uitgesproken wanneer de dader van het misdrijf de eigenaar is van het voertuig en deze persoon veroordeeld wordt tot het verval van het recht tot sturen gedurende ten minste drie maanden.
Alcoholslot
De politierechter kan het recht tot besturen van een voertuig beperken tot voertuigen die voorzien zijn van een alcoholslot. Dit kan voor een periode van één tot drie jaar of zelfs levenslang voor oevrterders die een alcoholconcentratie van meer dan 0,8 promille in hun bloed hebben, zich in staat van dronkenschap of in staat van herhaling bevinden. Vanaf 1,8 promille is de rechter zelfs verplicht een alcoholslot op te leggen, tenzij hij uitdrukkelijk motiveert waarom hij dit niet doet. Voor personen bij wie minstens tweemaal 1,2 promille in het bloed wordt vastgesteld binnen een tijdsspanne van drie jaar is een alcoholslot verplicht.
De rechter kan ervoor opteren om het verplichte alcoholslot te beperken tot een of meerdere voertuigcategorieën, maar het dient altijd betrekking te hebben op de voertuigcategorie waarmee de overtreding werd begaan.
Nog Vragen of bijstand nodig?
Contacteer een van onze verkeersspecialisten.
Contacteer ons vrijblijvend.
+32 (0)14 73 27 08
info@crimilex.be